Wie zijn belanghebbenden en waarom?

Hulpvragen
  1. Wie hebben direct of indirect belang bij het betreffende vraagstuk?
  2. Wie beschikken er over relevante kennis over en ervaring met het vraagstuk?
  3. Op welke wijze ga je belanghebbenden in de verschillende fasen van het beleidstraject betrekken?
Waarom moet ik deze vraag beantwoorden?

Bij het maken van beleid, heb je in alle fasen van het proces anderen nodig. Beleid maken doe je immers altijd in co-creatie met de belanghebbenden. Het kan hier gaan om interne collega’s, maar vooral ook externen. Hoe je die betrekt bepaal je vooraf, want dat kan per geval verschillen. Dat je anderen betrekt doe je bijvoorbeeld om kennis te verzamelen over het vraagstuk, steun te verwerven of het perspectief vanuit de praktijk/uitvoering in kaart te brengen. Om het beleidsproces goed te kunnen regisseren is het van belang om zo vroeg mogelijk de relevante invalshoeken en daarbij behorende belanghebbenden in kaart te brengen. Daar begin je mee met behulp van een omgevingsinventarisatie. Gedurende de verschillende fases in de beleidsontwikkeling kijk je telkens opnieuw op welke wijze belanghebbenden betrokken worden, en zul je ook nieuwe inzichten verwerven over belanghebbenden en hun verbinding met en rol in het vraagstuk. Bij elke vraag van het Beleidskompas tref je hulpmiddelen die je helpen om de betreffende vraag in co-creatie te beantwoorden.

Denk in elk geval aan de volgende actoren:

Denk daarnaast bij het betrekken van interne collega’s in ieder geval aan:

  • (Wetgevings-)juristen;
  • FEZ-collega’s;
  • CIO-office;
  • Gedragsdeskundigen;
  • Collega’s bij de kennisdirecties;
  • Collega's van de communicatieafdeling.

Bepaal bij elk van de vijf hoofdvragen op welke wijze je bovenstaande actoren betrekt bij het maken van de juiste afwegingen. De handreikingen onder elke vraag helpen je daarbij.

Hoe kan ik deze vraag beantwoorden?
  • De handreikingen van het Projectmanagement Programmamanagement AdviesCentrum (PPAC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid helpen je om op te starten met een omgevingsinventarisatie. Nadat je de omgevingsinventarisatie met behulp van de handreiking (powerpoint) hebt uitgevoerd helpt de omgevingsconsultatie (powerpoint) je te verdiepen. Met de bloemlezing kun je de opgehaalde resultaten vervolgens structureren en toegankelijk presenteren.
  • Het kennisknooppunt Participatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bevat informatie en kennis rondom het ontwerpen, uitvoeren, begeleiden en evalueren van participatieprocessen.
  • Het programma grenzeloos samenwerken heeft als een van haar kernwaarden mensgericht werken. Kijk voor inspiratie en voorbeelden op de website van het programma grenzeloos samenwerken.
  • Wanneer decentrale overheden relevant zijn voor het vraagstuk helpt de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO) je op weg.
  • De interactieve Leidraad Factor C kan je helpen een actorenanalyse en krachtenveldanalyse te maken. Let wel op dat deze leidraad zich primair richt op communicatie.

Om burgers te betrekken kun je onderstaande methodieken verkennen. Een deel hiervan is specifiek ontwikkeld voor lokale overheden maar kan op nationaal niveau ook van meerwaarde zijn.

Wie kan mij hierbij helpen?

 

Laatst gewijzigd op: 2-5-2024