Nader rapport wetsvoorstel goedkeuring verdrag na doorbreking stilzwijgen

1. Indien ten aanzien van een ter stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal overgelegd verdrag de wens te kennen is gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring zal worden onderworpen en de Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk) niet opnieuw gehoord wordt, wordt voor de brief waarbij een minister/staatssecretaris het desbetreffende voorstel van (rijks)wet aan de Koning voorlegt, het volgende model gevolgd.

Model

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van (rijks)wet houdende goedkeuring van . . . (datum en plaats en naam van het verdrag en Tractatenbladnummer)

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van [...], nr. [...], machtigde Uwe Majesteit de Minister van Buitenlandse Zaken het verdrag waarop het bovenvermelde voorstel van (rijks)wet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba/ Curaçao/Sint Maarten.

Bij brieven van […] heeft de Minister van Buitenlandse Zaken vervolgens het verdrag overgelegd (Kamerstukken II [...]).

Op […] hebben […] leden van de Eerste/Tweede Kamer der Staten-Generaal overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen.

In verband hiermee bied ik U (, mede namens/in overeenstemming met de Minister van/voor […] / Staatssecretaris van […],) het hierboven vermelde voorstel van (rijks)wet aan.

Op grond van artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van de Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk) achterwege blijven aangezien de Afdeling advisering al gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.

Ik verzoek U derhalve het hierbij gevoegde voorstel van (rijks)wet en de memorie van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (, de Staten van Aruba/Curaçao/Sint Maarten) te zenden.

De Minister van/voor […] / Staatssecretaris van […],
[voorletters en naam]

Toelichting

Indien de wens te kennen is gegeven door of namens een van de kamers, of door de Gevolmachtigde Minister van Aruba, Curaçao of Sint Maarten (zie artikel 5, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen), moet uiteraard een aangepaste redactie worden gevolgd.

Ingevolge artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van de Afdeling advisering van de Raad van State achterwege blijven. Indien zich nieuwe omstandigheden hebben voorgedaan kan het echter zinvol zijn dat de Raad van State wel gehoord wordt. In dergelijke gevallen dient de laatste alinea van het model de gebruikelijke formulering te volgen (zie de laatste alinea van het model Voordracht wetsvoorstel goedkeuring verdrag).

2. Indien ten aanzien van een ter stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal overgelegd verdrag de wens te kennen is gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring zal worden onderworpen en de Afdeling advisering van de Raad van State niet opnieuw gehoord wordt omdat er zich geen nieuwe omstandigheden hebben voorgedaan, wordt in de memorie van toelichting bij de brief waarbij een minister het desbetreffende voorstel van (rijks)wet aan de Koning voorlegt, geen extra toelichting gegeven. De memorie van toelichting luidt dan als volgt.

Memorie van toelichting

Op [...] (datum) gaven […] (aantal) leden van de (Eerste)(Tweede) Kamer der Staten-Generaal, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen dat het op […] te […] tot stand gekomen Verdrag […], overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal (en de Staten van Aruba/ Curaçao/ Sint Maarten) bij brieven van […], Kamerstukken […] aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen. Het onderhavige voorstel van (rijks)wet strekt daartoe.

Ter toelichting verwijzen wij naar de toelichtende nota die bij bovengenoemde brieven was gevoegd.

De Minister van/voor […] / Staatssecretaris van […],
[voorletters en naam]

[De Minister van Buitenlandse Zaken],
[voorletters en naam]

Toelichting

Aangezien de Minister van Buitenlandse Zaken de goedkeuringswet medeondertekent, ligt het in de rede dat de memorie van toelichting eveneens door deze minister mede wordt ondertekend. De ondertekening van deze memorie toelichting kan ook beperkt blijven tot de eerstverantwoordelijke minister, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (zie Ar 4.53). Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (de Afdeling Verdragen) wordt wel steeds betrokken bij de voorbereiding van deze stukken en een bewindspersoon van Buitenlandse Zaken is altijd medeondertekenaar van de goedkeuringswet.

Laatst gewijzigd op: 8-8-2022