3.3.10.g De ICER en zijn vaste werkgroepen

De Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) speelt een belangrijke rol bij het in de gaten houden van juiste en tijdige implementatie van Europees recht in Nederland. In 1997 werd de ICER als gremium van Europeesrechtelijke experts van de diverse ministeries opgericht onder auspiciën van zowel de Minister van Buitenlandse Zaken als de Minister van Justitie waarbij zowel het voorzitterschap als het secretariaat van de ICER bij beide miniseries kwam te liggen. Aanleiding voor de oprichting van de ICER vormde de zogenoemde Securitel-affaire waarbij Nederland Europese regels bij het maken van nationale wetgeving niet in acht had genomen. Om dergelijke situaties in het vervolg te voorkomen is het de taak van de ICER de doorwerking van het Europees recht in de Nederlandse rechtsorde te bevorderen door middel van coördinatie van de voorbereiding en uitvoering van Europees recht in Nederland en door middel van kennisuitwisseling tussen de verschillende ministeries. Inmiddels is de ICER een vast onderdeel geworden van het “Interdepartementaal Overleg Wetgeving en Juridische Zaken” (IOWJZ).

Er zijn drie subgroepen van de ICER waarin specifieke deelonderwerpen worden bestreken.

  • ICER-H
    In de ICER-H (Hofzaken) (onder voorzitterschap en secretariaat van BZ) worden ten eerste  interventies door Nederland in zaken voor het Hof van Justitie van de Europese Unie gecoördineerd. Verder worden in deze subgroep in
    zogenoemde ‘ICER-H-fiches’ de nationale consequenties van arresten van het Hof in kaart gebracht, dat wil zeggen de eventuele gevolgen van een uitspraak voor nationale wetgeving of nationaal beleid.
  • ICER-N
    In de ICER-N (Notificatie) (voorzitterschap en secretariaat van Justitie overgedragen aan Economische Zaken) worden de verschillende Europeesrechtelijke notificatieplichten (van technische voorschriften of dienstenvoorschriften) in het kader van nationale wetgeving in de gaten gehouden en wisselen departementale notificatiecoördinatoren ervaringen uit.
  • ICER-I
    Voor de implementatie van Europese regelgeving is vooral de ICER-I (Implementatie) (onder voorzitterschap en secretariaat van Justitie) een belangrijke subcommissie. In de ICER-I wordt de voortgang van wet- en regelgeving ter implementatie van Europese regelgeving besproken aan de hand van implementatieplannen en worden daarnaast ook algemene vraagstukken in het kader van implementatie behandeld.

In de ICER en de vaste werkgroepen zijn sinds de oprichting ervan Europeesrechtelijke onderwerpen en ontwikkelingen van diverse aard gemonitord en nationale follow-up acties in de vorm van ICER-adviezen of handleidingen gecoördineerd. Deze adviezen – evenals de ICER-H fiches die in de ICER worden goedgekeurd - gaan over het algemeen voor vaststelling via de CoCo naar de ministerraad. Daarna is de inhoud ervan kabinetsbeleid waar ambtenaren rekening mee moeten houden in hun werk.

In het kader van de voorbereiding van en onderhandelingen over Europese regelgeving in wording, zijn diverse ICER-adviezen en rapporten relevant, onder meer:

Ook deze Handleiding Wetgeving en Europa is een product van de ICER.

Bovenstaande adviezen zijn allen in het verleden opgenomen of verwerkt in een ander ICER-product, namelijk de zogenoemde Leidraad voor onderhandelaars.

Deze Leidraad is bedoeld voor Nederlandse onderhandelaars in Brussel en geeft een handig overzicht van voor onderhandelingen relevante aandachtspunten en bijbehorende informatie. De Leidraad wordt regelmatig geactualiseerd. In de huidige Leidraad (begin 2009) komt een waaier van relevante onderwerpen aan de orde, zoals:

  • gebruik van Europese regelgeving (subsidiariteit en proportionaliteit);
  • de rechtsgrondslag van Europese regelgeving;
  • comitologie;
  • onderlinge afstemming van voorstellen met andere reeds bestaande Europese regelgeving;
  • algemene implementatieaspecten zoals het belang van een realistische implementatietermijn.

Laatst gewijzigd op: 8-2-2018