Aanwijzing 9.13 Implementatie door middel van bestaand recht

  1. Indien een bindende EU-rechtshandeling implementatie behoeft en aan deze verplichting reeds uitvoering wordt gegeven door middel van bestaand recht, doet de eerstverantwoordelijke bewindspersoon onverwijld na het van kracht worden van de desbetreffende bindende EU-rechtshandeling mededeling in de Staatscourant van:
    1. de te implementeren bindende EU-rechtshandeling;
    2. de bestaande nationale regelingen door middel waarvan reeds aan de te implementeren bindende EU-rechtshandeling wordt voldaan;
    3. de datum met ingang waarvan de te implementeren regeling in de Nederlandse rechtsorde van toepassing is dan wel vanaf welk tijdstip wijzigingen van de desbetreffende bepalingen van de bindende EU-rechtshandeling doorwerken in het Nederlandse recht;
    4. de in aanwijzing 9.12 bedoelde transponeringstabel.
  2. De mededeling kan achterwege blijven indien de implementatie geen materiële wijziging teweegbrengt in het geldende recht en de implementatie door middel van de bestaande nationale regelingen langs andere weg reeds genoegzaam is bekendgemaakt.

Toelichting

Deze aanwijzing ziet op het geval dat de nationale wet- en regelgeving reeds in overeenstemming is met de te implementeren bindende EU-rechtshandeling. Ook in dat geval is een expliciete handeling nodig om te voldoen aan de standaardbepaling in een richtlijn dat wanneer lidstaten bepalingen aannemen ter implementatie daarvan, in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar de richtlijn moet worden verwezen. Daarbij vallen twee situaties te onderschei­den:

  1. Het bestaande recht voldoet aan de implementatieverplichting dankzij een eerder in de regelgeving opgenomen dynamische verwijzing die de nieuw te implementeren bindende EU-rechtshandeling dekt (zie aanwijzing 9.10). In dit geval treedt een materiële wijziging van het geldende recht op, omdat de achterliggende norm inhoudelijk is gewijzigd. Omwille van de kenbaarheid van het geldende recht is het wenselijk dat hier steeds melding van wordt gemaakt in de Staatscourant. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan het in EU-richtlijnen opgenomen voorschrift dat naar de geïmplementeerde richtlijn wordt verwezen in de nationale uitvoeringsbepalingen of bij de officiële bekendmaking van die bepalingen, op een wijze die door de lidstaten wordt vastgesteld.
  2. Het bestaande recht voldoet aan de implementatieverplichting doordat het anders dan door dynamische verwijzing inhoudelijk voldoet aan de door de bindende EU-rechtshandeling gecreëerde implementatieverplichting. In dit geval is, in tegenstelling tot het hierbovengestelde onder a, juist geen sprake van wijziging van het materiële recht. Wel is het, omwille van de doorzichtigheid van het stelsel van nationale regelgeving en bindende EU-rechtshandelingen en ter voldoening aan de plicht tot verwijzing naar de richtlijn, van belang dat het implementerende karakter van die nationale bepaling wordt bekendgesteld. Indien in het geheel geen implementatieregeling opgesteld wordt, dient aan deze verplichting invulling te worden gegeven door een mededeling in de Staatscourant te plaatsen. Wanneer wel een implementatieregeling vereist is naast de bestaande regelgeving zal in de toelichting bij die regeling reeds uiteengezet worden hoe de bindende EU-rechtshandeling wordt geïmplementeerd, met inbegrip van de implementatie door middel van bestaand recht. Het tweede lid van deze aanwijzing bepaalt dat in dat geval een aparte mededeling achterwege kan blijven.

De mededeling in de Staatscourant dient als implementatiemiddel genotificeerd te worden aan de Europese Commissie. Zoals in de toelichting bij aanwijzing 9.10, derde lid, is aangegeven, wordt in voorkomend geval de bekendmaking van het daar bedoelde besluit tot vaststelling van een ingangsdatum van de geldingsdatum gecombineerd met de in deze aanwijzing bedoelde mededelingen.