Aanwijzing 7.2 Afstemming i.v.m. gevolgen voor decentrale overheden

  1. Over een regeling die van betekenis is voor het rijksbeleid inzake decentrale overheden, overlegt het eerstverantwoordelijke ministerie in een vroegtijdig stadium met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
  2. Indien de regeling wijziging brengt in de taken en bevoegdheden van decentrale overheden, vindt tijdig overleg plaats met de beheerders van het gemeentefonds,  het provinciefonds of het BES-fonds over de financiële gevolgen daarvan.

Toelichting

Eerste lid. Dit lid houdt verband met de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de coördinatie van rijksbeleid dat de gemeenten en provincies of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba raakt (artikel 116 van de Gemeentewet, artikel 114 van de Provinciewet en artikel 209 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Zie in dit verband ook aanwijzing 7.6.

Tweede lid. Artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet en artikel 87 van de Wet financiën open­bare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bepalen dat tijdig overleg plaatsvindt over de financiële gevolgen en de bekostigingswijze van beleidsvoornemens die leiden tot een wijziging van de uitoefening van taken of activiteiten door gemeenten, provincies of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zie in dit verband ook aanwijzing 4.46.