Aanwijzing 3.29 Terminologie verwijzing

  1. Verwijzing naar een lid van een artikel geschiedt overeenkomstig het volgende voorbeeld: Artikel 5, tweede lid, is van toepassing.
  2. Naar het voorafgaande artikel of lid van een artikel wordt verwezen door vermelding van het nummer van dat artikel of lid.
  3. Verwijzing naar een onderdeel van een opsomming geschiedt met behulp van de aanduidingen "onder" of "onderdeel". Verwijzing naar een verdere onderverdeling geschiedt met een combinatie van deze aanduidingen of met behulp van de aanduiding "subonderdeel".
  4. Indien de aard van een verwijzing dit noodzakelijk maakt, wordt bij verwijzing naar een onderdeel van een opsomming mede verwezen naar de aanhef van de opsomming.

Toelichting

Vermeldingen als "lid 2", "sub a" of "letter b" worden dus vermeden. Bij verwijzing naar een onderdeel van een opsomming wordt na de letter- of cijferaanduiding geen punt geplaatst. Alleen in opsommingen zelf wordt na de letter- of cijferaanduiding een punt geplaatst: zie aanwijzing 3.59, eerste lid, onderdeel a.

Voorbeelden bij het derde lid

  • de personen, genoemd in artikel 5, onder b.
  • artikel 8, onderdeel c, vervalt.
  • de gevallen, bedoeld in artikel 10, onderdeel a, onder 2°.
  • in artikel 2, derde lid, onderdeel c, vervallen de subonderdelen 2° en 5°, onder vernummering van de subonderdelen 6° en 7° tot 2° en 3°.

Voorbeeld bij het vierde lid

  • artikel 9, eerste lid, aanhef en onderdeel b.